De Smidstekens op gevelankers

Muurankers zijn constructieve onderdelen van een gebouw. Ze verbinden de inwendige houtconstructie van een gebouw met de stenen buitenmuren tot één stevig geheel. Een anker bestaat uit twee delen: de veer en de sleutel of schieter. De veer loopt door het oog van de schieter die doorheen de muur steekt. Hij wordt aan de binnenzijde vast gezet op de aanwezige houten draagbalken. Soms, als er geen inwendige houtconstructie is, bijvoorbeeld onder een gewelf in een kerk, worden er metalen trekstangen aangebracht om de ene buitenmuur met de overstaande te verbinden. Ook trekstangen worden aan de buitenzijde van het gebouw verzekerd door muurankers.

Beschermende tekens

Muurankers worden vaak voorzien van beschermende tekens (gekrast in de uiteinden van het muuranker en/of centraal). In de meeste gevallen gaat het om maalkruisen (ook Andrieskruisen genoemd, ook voorkomend bij metseltekens) met 1 of 2 strepen erboven en/of eronder.
In sommige gevallen (uitzonderingen) komen andere tekens voor zoals een donderbezem (Hagalrune) als specifieker afweerteken tegen bliksem (Kortessem, hoeve Dessener Diest, Begijnhof en Neeroeteren, Neermolen). In Opheers komen er op de ankers van de Herkenrodehoeve drie schuine strepen voor.

Oorsprong van de tekens

Deze tekens hebben hun oorsprong in het diepgeworteld volksgeloof en het gebruik ervan lijkt door de eeuwen heen vrij algemeen verspreid. In de loop van de 19de eeuw worden deze beschermende tekens steeds minder gebruikt en verdwijnen ze.

Informatie over tekens op muurankers, geschreven door Marc Robben, van zijn website: graafschaploon.be/metaal-in-gevels/muurankers/tekens-op-ankers

0

Start typing and press Enter to search